Introductie
Als laatste huis in een aan het water eindigende straat, met voornamelijk in identieke stijl gebouwde-, witgepleisterde 30-er jaren villa's met pannendaken. Van de oorspronkelijke villa's is de nokrichting steeds om-en-om: haaks op- en evenwijdig aan de straat. Verder is een typisch kenmerk de uit de gevel voortkomende dakkapellen.
Doordat de opdrachtgever en ik gecharmeerd waren van deze villa's is daarmee, zeker aan straatzijde, aansluiting gezocht: ook de nieuwe villa heeft wit gepleisterde gevels, een kap met een nokrichting in hetzefde om-en-om ritme, dakoverstekken en identieke dakpannen. Ook de uit de gevel voortkomende dakkapel is herhaald.
Het bouwterrein kwam beschikbaar door aldaar een 50-er jaren huis te slopen.
Exterieur
Het zadeldak is echter verlengd met een naar het water toe oplopend 'lessenaar-dak', waardoor zo een 'zig-zag' is ontstaan. De gevels aan de straatzijde (zuid en west) zijn tamelijk gesloten om aansluiting te vinden met de oorspronkelijke villa's en om opwarming door de zon en inkijk vanaf de straat zoveel mogelijk te voorkomen.
Zowel op de beganegrond als op de verdieping zijn de op de plas gerichte ruimten hoger: op de beganegrond doordat de tuinkamervloer naar maaiveldniveau zakt; op de verdieping door het in de hoofdslaapkamer oplopende lessenaar-dak. De villa 'opent' zich als het ware naar het water toe.
Een erker aan de zuidgevel geeft uitzicht op straat en voordeur en zorgt voor bezonning van de zithoek bij de openhaard. Het dak van deze erker is doorgetrokken als entree-luifel en doet dienst als balkon bij de badkamer.
Aan de waterzijde (oost en noord) oogt de villa opener / moderner, met grote glaspuien en veel deuren. De deuren vanuit de tuinkamer aan het water zijn geplaatst onder het uitkragende balkon van de hoofdslaapkamer en kunnen daardoor ook bij regen open blijven staan.
Langs de noordgevel is een houten plankier (schaduw terras) gemaakt met zitbanken als rand. Dat plankier is door dubbele deuren bereikbaar vanuit de keuken-eetkamer. Vanaf het plankier gaan trappen naar de tuin.
De garage heeft, behalve een overheaddeur aan de straat, ook deuren aan de waterzijde om dienst te kunnen doen als botenberging.
Beganegrond en kelder
De beganegrond heeft twee vloerniveau's: het maaiveldniveau en een ca. 90cm verhoogd middendeel waaronder een half verdiepte kelder. Op maaiveldniveau zijn aan de straatzijde de garage en aan de plaszijde de tuin- werkkamer gesitueerd; op het verhoogde middendeel de entree, de hal met trap, de keuken-eetkamer en de zithoek met haard.
De woonruimten op de beganegrond staan in open verbinding met elkaar. Vanuit de keuken-eetkamer en zithoek kan men via een brede trap naar de lager gelegen tuinkamer en heeft men via die tuinkamer onbelemmerd zicht op het water.Vanuit de tuinkamer is er een extra trap naar de kelder.
De hal is het vertikale element in het huis: vanuit de kelder is via vides het dak zichtbaar. In de hal is de hoofdtrap opgenomen die vanaf de bordessen op een vanzelfsprekende manier alle verschillende niveaus ontsluit: kelder, garage, verhoogde beganegrondvloer, entresol-berging in garage, verdiepingvloer.
De kelder doet dienst als speel-, was- en werkruimte. Raamstroken in de noordgevel zorgen voor daglicht in- en een raamstrook vlak boven de vloer van de tuinkamer voor visueel contact met de kelderruimte. De kelder is ontsloten middels de hoofdtrap vanuit de hal als ook met de extra trap vanuit de tuinkamer; je kan dus via kelder en beganegrond rondlopen.
Verdieping
Op de verdieping bevinden zich, behalve de traphal met vide (en stortkoker naar de kelder voor de was), 1 hoofdslaapkamer met kastenkamer en balkon, 3 slaapkamers, apart toilet, cv-ruimte, 2 badkamers met balkon en een entresol-berging in de garage. Het plafond wordt gevormd door het in alle ruimten waarneembare-, met kraaldelen betimmerde zig-zag dak.
Publicatie
Kavel & Huis (november-december 2007).